Je zingt al een tijdje en je kunt je aardig redden als er nieuwe noten gezongen moeten worden. Natuurlijk weet je het verschil tussen een drie- en een vierkwartsmaat en ook wat het betekent als je twee mollen ziet staan. Toch blijft het lastig om bijvoorbeeld grote intervallen te treffen. Je snapt wel welke noten er staan, maar dat betekent nog niet dat het je lukt om ze in één keer goed te zingen.

Zo vergaat het vele zangers, en daarom ontwikkelde Tijs Krammer deze eenvoudige methode die je leert hoe je het van blad zingen kunt oefenen.

De truc is om niet van noot naar noot te springen, maar gevoel te ontwikkelen voor de toonsoort waarin gezongen wordt. Geen stress, daar komt geen ingewikkelde muziektheorie bij aan te pas. Oefeningen – zoals de bekende melodie-oefening, de drieklank-oefening en de hilarische kriskras-oefening – leren je spelenderwijs elke toon van de toonladder te treffen, ongeacht welke noot daaraan vooraf gaat. Het lijkt op solmiseren, maar dan in een nieuwerwets jasje, waarbij het do-re-mi vervangen is door 1-2-3 (voor de kenners: deze zijn gekoppeld aan trappen en intervallen). Van blad zingen was nog nooit zo gemakkelijk.

Opzet van het boek

Elke toon van de toonladder krijgt in dit boek een cijfer. De grondtoon krijgt cijfer 1, de toon daarboven cijfer 2, enzovoort. In een toonladder zitten zeven verschillende tonen, dus de tonen krijgen de cijfers 1 t/m 7. Het octaaf is dezelfde toon als de grondtoon, dus die krijgt weer het cijfer 1. In de toonladder van D-majeur bijvoorbeeld krijgen de tonen de volgende cijfers:

Toonladders

De toonladders beginnen zeer eenvoudig met stijgende toonladders tot aan de kwint boven de grondtoon:

Verderop in het boek worden de toonladders langer en ga je ook toonladders onder de grondtoon zingen:

Aan het eind van het boek komen ook de verschillende mineur-toonladders aan bod:

Bekende melodieën

In deze oefeningen ga je liedjes zingen die je kent. Tussendoor ga je de grondtoon herhalen, zodat je leert voelen waar je aan het zingen bent ten opzichte van de grondtoon:

De oefeningen worden geleidelijk moeilijker. Na een paar hoofdstukken krijg je ook de opdracht op de melodieën uit het hoofd te zingen en daarbij zelf te bedenken welke cijfers er bij de noten horen.

Drieklanken

In de oefeningen met drieklanken ga je gebroken akkoorden zingen. De drieklanken worden benoemd in trappen. Zo leer je hoe de verschillende harmonieën je houvast kunnen geven bij het van blad zingen:

Het boek begint met de eenvoudigste drieklanken. Verderop in het boek komen ook akkoorden met verhogingen en verlagingen aan bod:

Kriskras

Aan het eind van elk hoofdstuk komen alle tonen die zijn geoefend nog eens aan bod, en worden ze allemaal kriskras door elkaar heen geplaatst:

Aan het eind van het boek zijn dit zeer pittige oefeningen: